Opposities overzicht.
Rijk van de natuur | Rijk van de vrijheid |
Fysische wereld | Ethische wereld |
Feiten | Normen |
Fenomenaal | Noumenaal |
Theoretische rede | Praktische rede |
Kennen (begrippen) | Denken (ideeën) |
Determinisme | Vrijheid |
Neiging | Plicht |
Natuurwetten | Zelfbepaling van de wil |
Hypothetische imperatief | Categorische imperatief |
Mens = rede (logos, Aristotles)
Oordelen (Kant)
Nu: Taal
-Waarheid / kennen is Fysische. = determinisme = oorzaken, tijd/ruimte, ding/ eigenschaps, kwaliteit/ energie.
Newton natuurwetten is fysisch= zedelijke wet
-Goede/de wil / handelen/ideeën (god/geloof)
-Schoonheid / zintuigen
Typering van deze wetmatigheid (Kant)
-Universeel: volstrekt algemeen geldig
-Noodzakelijk: wat onvermijdelijk moet gebeuren
-A priori (alles, oorzaak): onafhankelijk van wat in de ervaring gegeven is; onafhankelijk wat in de ervaring gegeven is. Voorbeeld: Alles heeft een oorzaak
Probleem voor de ethiek
-Voor zover we onderdeel zijn van de fysische werkelijkheid, is ons gedrag volstrekt afhankelijk van externe oorzaken
-In die mate wordt al ons gedrag gedetermineerd door natuurwetten
-In die mate zijn wij niet vrij om zelf ons gedrag te bepalen
-Dan lijkt vrij handelen en dus ook een ethiek onmogelijk
Morele is alleen mogelijk onafhankelijk van externe oorzaken (negatief)
-Dus onafhankelijk van de omstandigheden waarin we verkeren.
-Dus onafhankelijk van onze neigingen (lusten; verlangens; waar we zin in hebben)
-Dus onafhankelijk van ons gedrag
-Dus onafhankelijk van de gevolgen die we kunnen voorzien (afwijzing van alle geluks ethiek; deugdethiek en utilitarisme)
Het morele is dus alleen mogelijk als zelfbepaling (positief)
-Ik moet zelf de oorzaak zijn (vrijheid; onafhankelijkheid)
-Ik moet het zelf bepalen (autonomie)
-Ik moet zelf willen (de goede wil)
Het morele in de alledaagse ervaring volgens Kant
-wat je moet doen
-het principiële
-Je plicht
-Het geweten (in zijn algemeenheid)
Kant’s typering van deze plicht
-Wat onafhankelijk is van onze neigingen, gevolgen en omstandigheden (=externe oorzaken)
-wat je in elk geval moet doen (=universeel)
-wat je noodzakelijk moet doen
-Het heeft de vorm van algemene wetmatigheid (zonder inhoud)
Milgram experiment
Film the weve
De categorische imperatief (een bevel in alle gevallen)
-een bevel (imperatief) dat onvoorwaardelijk (categorisch zonder externe oorzaken) geldt
-Dit kan alleen liggen in de vorm van het wetmatige:
-Universaliteit: wat voor volstrekt alle gevallen geldt
-Noodzakelijkheid: wat je onvermijdelijk moet doen
-Dit is de vorm van de rede zelf: je moet (noodzakelijk) willen wat je zonder tegenspraak voor alle gevallen (algemeen) kunt willen